KO

Ik druk het grote, in FC Utrecht tenue gehulde konijn vast tegen me aan en besluit dat hij met mijn zusje mee mag reizen. Als ik hem weer bij haar neerleg. zie ik Maarten naar me kijken.
‘Doet dood zijn zeer?’
Ik schud mijn hoofd. ‘Nee, lieve schat. Lieveke heeft geen pijn meer.’
‘Mag ik Ko?’
Zijn vraag overvalt me.
Als ik niet direct antwoord steekt hij zijn kleine, brede handen naar me uit. ‘Zij hoeft ‘m toch niet meer?’
Opnieuw lopen mijn ogen over als ik naar zijn verwachtingsvolle, scheef staande oogjes kijk. Maarten was haar beste vriendje hier in het tehuis.
‘Oké’, zeg ik. ‘Maar nu nog niet. Even wachten nog, schatje. Zolang ze hier bij ons is, mag Ko bij haar. Oké?’
Hij kijkt me boos aan. ‘Oké,’ zegt hij dan als ik zijn dunne, steile haar streel.’

‘Lieveke-ze-zusje, moet jij niet voorlezen?’
‘Wil je dat graag?’
Hij knikt. ‘Dat doe je toch altijd. Voor ons lezen.’
Ik sla ‘Pluk van de Petteflet’ open en zoek Lieveke’s favoriete passage.
Als Maarten naast me op het bankje kruipt, begin ik te lezen. De tranen stromen over mijn wangen als ik vertel hoe Dolly de duif met dagenlang opgespaarde duivenpoep de tekening van de architect besmeurt. In gedachten hoor ik haar proesten.
Maarten vliegt overeind als hij zijn moeder binnen ziet komen. Juichend rent hij op haar af. ‘Mama, mama, ik mag Ko als Lieveke in de grond zit.’

muts

(november 2015)

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s