CUT THE CRAP

‘Fenne, loop je even met me mee? Ik wil graag met je praten.’

Zuster Maria’s stem klinkt streng. Ik voel me ineens een ondeugend klein meisje in plaats van een vrouw van 36. ‘Ik help even afruimen,Sœur.’

‘Nee, dat redden de zusters wel zonder jou.’

Gedwee volg ik zuster Maria naar de bibliotheek. Mijn maag trekt samen. Ik weet donders goed wat er gebeuren gaat.

‘Je hebt hier een klein wonder verricht, Fenne.’ Sœur Maria kijkt glimlachend rond. ‘Het was een beetje een rommeltje, niet?’

Ik knik.

‘Ik vind de planken prachtig. En de vloer. Wat een glans. Die boenwas ruikt heerlijk. Ik hoorde dat je zelfs die oude stereo weer aan de praat hebt gekregen.’

Ik knik weer. Veel enthousiaster deze keer. ‘Zuster Ernestine zei dat er vroeger op zondag ook wel eens naar meer wereldse muziek werd …’

‘Maar ben je daarom bij ons?’ Haar ijskoude toon kapt me meedogenloos af. ‘Ben je hier voor onze gezelligheid? Vanochtend kookte je heerlijke pompoensoep voor ons. De zusters hebben tijdens de lunch gesmuld. Ik geef het toe, ik ook! Maar twee, misschien drie uur eerder trok ik je hand terug uit de grote kachel in de keuken. Omdat je liever echte pijn voelde dan de pijn in je ziel? Wat wil je, Fenne? Dat ik dat negeer? En aan je vraag wat je morgen voor ons kookt?

Ik weet niet wat ik moet antwoorden.

‘Ga vooral zo door. Maak van de bibliotheek zo’n plaatje dat er straks televisieprogramma’s om zullen vechten. App of chat met je vriendje. Heet dat niet zo? Vergeet wat je maandag gedaan hebt. Stop het weg. Dat doe je al zo lang.’

‘Sœur …’

‘Hou je mond, Fenne,’ bijt ze me toe. ‘Ik ben minimaal twee maal zou oud als jij. Je hebt ervoor gekozen bij ons te komen. Geef me het respect dat ik verdien en luister naar me.’

Plotseling verdwijnt de kou uit haar ogen. Ze haakt mijn haar achter mijn oren. Aan beide kanten. Ik verstijf. Ik wil mijn haren niet uit mijn gezicht. Want is dan niet alles te zien wat verstopt moet blijven?

‘In de korte tijd dat je bij ons bent, ben ik veel van je gaan houden. Van jou. Van wie je bent. Niet van zoals je je nu voordoet. Ik geef om het bange meisje achter de littekens.

Ik snik als ik haar ogen vochtig zie worden.

‘Zullen we weer samen gaan vechten, Fenne?’

Ik wil antwoorden, maar er komt geen geluid. Zuster Maria spreidt haar armen. Wijde zwarte mouwen slaan als een beschermende deken om me heen.

‘Morgen, Fenne. Morgen.’

holy-bible

November 2015

 

Plaats een reactie